Beddenracen

Wat heb je nodig?

Uiteraard een bed! Een bed heeft 2 wielen achter en 1 wiel voor (stuurwiel). Wij hebben voornamelijk knikbedden. Dit betekent dat het bed niet 1 rechte vorm is, maar er zit dus een knik in. Dit zorgt ervoor dat je fijner ligt op het bed. 

Om met een bed te kunnen racen zijn per bed twee deelnemers nodig. De ene beddenracer ligt op het bed en stuurt het bed. De andere beddenracer loopt achter het bed en probeert het bed zo snel mogelijk voort te bewegen. Dit doe je zo:

  1. Houd het bed vast aan de handgrepen aan de achterzijde;
  2. En begin met (hard)lopen.
Bedden

Wisselen

Tijdens het beddenracen wisselen stuurman/ -vrouw en loper elkaar af. De loper springt op het bed, gaat naast de stuurman/ -vrouw liggen en neemt het stuur over. Dan beweegt de stuurman/ -vrouw zich naar de achterkant van het bed en neemt het lopen over. Wisselen van positie gebeurt terwijl het bed in beweging blijft. Het is namelijk de bedoeling dat het bed een zo hoog mogelijke snelheid behoudt.

Dit ziet er dan ongeveer zo uit:

Passen

De loper voert feitelijk telkens een interval-hardlooptraining uit van een beperkt aantal passen (ongeveer 10 – 15). De goede hardlopers zijn zeker in het voordeel en kunnen hoge snelheden behalen. Natuurlijk moet de stuurman/ -vrouw ook goed kunnen sturen. De echte atleten behalen tijdens een wedstrijd snelheden van soms wel 30 tot 35 kilometer per uur!

Openbare weg

Voor het beddenracen wordt gewoon gebruikt gemaakt van de openbare weg. Tijdens wedstrijden wordt een parcours uitgezet. Er wordt dan een deel van de openbare weg afgezet. Dit wordt gedaan vanwege de hoge snelheden die worden bereikt.

Aluminium bedden

Toen het beddenracen nog in de kinderschoenen stond werden de bedden gemaakt van echte stalen beddenframes. Tegenwoordig wordt er, net als bij andere sporten, gebruik gemaakt van onder andere aluminium. Dit zorgt ervoor dat het bed zo licht mogelijk is en het gemakkelijker wordt hoge snelheden te halen.

Bekijk ook eens de volgende video gemaakt door NH Nieuws

Frank Bijvoet en Mark van der Molen laten zien hoe het wisselen gaat van sturen naar lopen. (Klik op de afbeelding om naar de video te gaan)